Marine Flakbatterie Dirksz Admiral


Het fort Dirksz Admiraal is tijdens de laatste jaren van de Franse Revolutie gebouwd in opdracht van Napoleon Bonaparte. Hij vond tijdens zijn bezoek de oorlogshaven van Den Helder niet toereikend genoeg en gaf de opdracht tot de bouw van 3 forten. De bouw van de forten begon rond 1812 en bestond uit de volgende verdedigingswerken: l'Ecluse (Dirks Admiraal) Lasalle (Erfprins) Morland (Kijkduin) Napoleon had de forten vernoemd naar gesneuvelde soldaten die dicht bij hem stonden. Toen Napoleon in 1814 eenmaal van de troon was verstoten kreeg het fort al snel de naam 'Dirksz Admiraal' Vernoemd naar de burgemeester van Monnickendam die als leider van de Geuzen in de Tachtigjarige Oorlog een heldenstatus had gekregen. Vanaf 1880 werd het fort nog eenmaal door het Nederlandse leger gemoderniseerd tot batterij. Ook tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het fort weer nieuw leven in geblazen. En deze bezetting zou het houden tot aan de Tweede Wereldoorlog.

Duitse bezetting Dirksz Admiraal
Al vroeg in de oorlog zag de Duitse bezetter de noodzaak in van een goede verdediging van Den Helder. De Duitsers maakte dan ook dankbaar gebruikt van de reeds bestaande stellingen en forten. Hoewel de verwaarloosde linie niet aan de eisen van de Duitsers voldeed is de linie toch de gehele oorlog in gebruik geweest en zwaar uitgebouwd met een groot aantal stellingen en bunkers. De eerste activiteiten op Dirksz Admiraal vonden plaats in 1941 toen er op het fort 8,8 cm geschut werd geplaatst. De echte bouw van de Marine Flak Batterie begon echter pas in de aanloop naar 1943 tijdens het Winterausbauprogramm. Het 8,8 cm geschut werd vervangen door het standaard 10,5 cm geschut van het type SKC/32, en de nodige bunkers werden op en rond het fort gebouwd. De opbouw van de stelling zou gaan bestaan uit 4 beddingen van het type FL243 voor het geschut, en de vuurleiding zou worden geregeld vanuit een Leitstand van het type FL244. Hoewel de FL243 in Nederland meermaals gebouwd is zijn de 6 gebouwde exemplaren in Den Helder uniek te noemen doordat ze zijn samengevoegd met een bunker van het type L401. Voor de opslag van munitie werden twee bunkers gebouwd van het type FL246 en de stroomvoorziening van de batterij werd geregeld door een aggregaat die stond opgesteld in een bunker van het type FL245. Net buiten het fort op één van de omliggende aarden wallen stond een 2 verdieping tellende bunker die was voorzien van een radar op het dak. Ook stonden hier nog twee beddingen van het type FL242 die het luchtruim diende te verdedigen. De stelling werd bemand door de 2 batterij van de marine flak afdeling 808 (2./M.FL.A. 808) En werd aangeduid als Marine Flak Batterie Dirks Admiral. De stelling viel onder Baupunkt 41 en Widerstandnest 120 M.

De Bunkers
Stukje Duitse kaart / Onderstaand detail BRV
Zoals u op de tekening kunt zien hebben de Duitsers dankbaar gebruik gemaakt van het reeds bestaande fort. De omliggende fortgrachten diende als uitstekende tankgracht waardoor de stelling nauwelijks te betreden was. De 4 beddingen van het type FL243 stonden in een vierkant opgesteld rondom de Leitstand van het type FL244 en werden aangeduid als Schwere Flakstellungs. De beddingen hadden ongeveer een lengte van 12 bij 12 meter en waren voorzien van enkele munitienissen en een nooduitgang. Onder de beddingen bevonden zich bunkers van het type L401 wat het complex uniek maakt in de Atlantikwall. Hoewel er word gesproken over een FL243/L401 combinatie zouden ze beter kunnen spreken over een L401 met een losse FL243a op het dak. Maar omdat het geheel word ondergebracht onder 1 bouwnummer spreken we over een FL243/L401. De L401 was een bunker uit de Luftwaffe serie en was een Geschützstand met een bedding op het dak voor 8,8 of 10,5 cm geschut. De originele bedding is hier dus weggelaten en vervangen door een FL243. De L401 bestond uit 2 ruimtes waarvan er 1 geschikt was voor het onderbrengen van 13 manschappen en de tweede ruimte was voor het opslaan van munitie. In totaal werden er in Nederland 18 van dit type bunkers gebouwd waarvan 6 stuks waren voorzien van een FL243 op het dak. Zoals gemeld staan er hiervan 4 op Dirksz Admiraal, de andere 2 stonden een stukje veder op en behoorde toe aan de Marine Flakbatterie Erfprinz. Ook deze twee bunkers zijn nog aanwezig en te bezichtigen. Om het geschut van stroom te voorzien werd er speciale bunker gebouwd van het type FL245. Van dit type zijn in Nederland 4 exemplaren gebouwd waarvan en nog 1 in Hoek van Holland staat en het tweede exemplaar in deze stelling. De bunker werd door de Duitsers aangeduid als 'Maschinenzentrale für Flak' en had een lengte van ongeveer 14 bij 14 meter. In de bunker bevond zich de machinekamer van de batterij plus de benodigdheden die nodig waren voor de stroomtoevoer. Zo was er 1 kamer ingericht voor het opslaan van de brandstof en het koelwater. En was er 1 ruimte voorzien van de overige apparatuur. Tevens bevond zich in de bunker een eigen schakelstation. Na de oorlog is de bunker nog een tijd lang hergebruikt door de landmacht die er een telefooncentrale in heeft gebouwd. Hierdoor is er van de Duitse structuur weinig meer over. Maar veder verkeert de bunker met enkele 3 meter dikke muren in een goede staat. Ook werd in die tijd de witte aanbouw voor de ingang gebouwd.

FL243/L401

Bedding FL243

FL245


Nog een unieke bunker op het Nederlandse fort is de 'Schwere Flakleitstend' van het type FL244. Vanuit deze bunker die een lengte heeft van 18 bij 25 meter werd de vuurleiding geregeld over de stukken geschut die in de batterij stonden opgesteld. Van dit type zijn er in Nederland 4 gebouwd waarvan er nog 2 resteren. Het tweede exemplaar behoorde toe aan de Marine Flakbatterie Olmen in IJmuiden maar is compleet uitgeleefd. De bunker in Den Helder bestond uit 3 afdelingen waaronder een meetpost, een commandopost, en een manschappenverblijf. De meetpost die geheel bovengronds ligt wijkt af van het standaard doordat het is vervangen door een meetpost van het bunkertype FL311. Deze meetpost was namelijk voorzien van een schakel en zendruimte die bij de meetpost van de FL244 ontbrak. Ook was de meetpost voorzien van 2 observatieruimtes die in de hoeken waren weggewerkt. Het doel van de meetpost was door middel van een 4 meter lange afstandsmeter (Entfernungsmesser of E-Messer) de koers en hoogte te bepalen van het naderende vijandelijk doel. Deze informatie werd dan doorgestuurd naar de rekenkamer waar het werd omgezet in parameters. Vervolgens kon men aan de hand van deze gegevens het geschut in stellen en vuren. In de bunker waarvan het ontwerp in 1942 werd vrij gegeven was een groot deel ingericht als afwachtingsruimte voor het bediend personeel. Zo hadden onder andere de officier en de onderofficier een eigen kamer en waren er meerdere ruimtes ingericht voor de machines en het regelen van de ventilatie. Ook bevond zich in de bunker nog een commandoruimte en een eigen meetpost. Wat de Bunker op Dirksz Adrimaal extra uniek maakt is het feit dat deze is verbonden met 1 van L401's met de FL243 op het dak. Ook is de bunker aan de ingangszijde voorzien van een extra gang welke in de buitenmuur ook nog eens is voorzien van een Tobruk (Offenebeobachtungstand)



Voor de Manschappen op Dirksz Admiraal werd ook nog een extra bomvrije bunker gebouwd van het type M151. Deze veel voorkomende manschappenbunker was bedoeld voor het huisvesten van 24 soldaten, 3 onderofficieren en 1 officier. In totaal werden er van dit type in Nederland 43 stuks gebouwd waarvan er zich 9 in Den Helder bevonden. Deze bunker had een oppervlakte van 14 bij 16 meter en bestond uit 4 ruimtes en 2 gassluizen. Twee van de ruimtes waren ingericht als slaapverblijf voor 12 man. En de andere 2 kamers waren bestemd voor de officier en de onderofficieren. Opvallend aan dit exemplaar is dat 2 van de buitenmuren zijn uitgevoerd in 3 meter dik beton en dat de bunker niet over een centrale verwarming beschikte maar in iedere ruimte apart moest worden verwarmd. Ook is er bij de tweede ingang een extra scherfmuur aangebracht welke aansloot op een open loopgraaf. Tegenwoordig word de bunker beheerd door de groep 'Helderse Bunkers' die er het 'Helders Oorlogsmuseum' in zijn begonnen. Deze groep is bezig met het opknappen van de bunker en deze in te richten tot een heus museum. Zo word het dak weer vrij gegraven en worden de loopgraven rondom de bunker hersteld. In de bunker valt de nodige informatie te vinden over de bunkers en over de oorlog in Den Helder. Voor meer informatie over dit museum kunt u op hun website of Facebook pagina kijken.

Voor het opslaan van de munitie werden er net buiten de stelling 2 ständige bunkers gebouwd van het type FL246. Dit type munitiebunker werd vaak gebouwd in zware geschutsbatterijen en is in Nederland dan ook 35 keer gebouwd, en stonden er nog eens 26 in de planning. De bunker heeft 2 ingangen welke uitkwamen op 4 langgerekte kamers waar de munitie in lag opgeslagen. Vermoedelijk werd in het fort ook nog de nodige munitie opgeslagen maar dat is niet helemaal duidelijk. Beide bunkers zijn nog aanwezig en zijn omgebouwd tot oefenruimtes voor de lokale bandjes. 

FL244
M151
FL246

VF Bunkers
Vlakbij de M151 staan ook nog twee manschappenbunkers welke niet bomvrij werden geacht. Deze twee verblijven met bouwsterkte VF hebben een lengte van ongeveer 10 meter en zijn haaks op elkaar gebouwd. Hoewel de werken goed zijn afgesloten en onder de graffiti zitten ze toch aardig intact. Enkele jaren terug zijn deze 2 bunkers toegewezen aan de plaatselijke jeugd die daar nu een hangplek hebben. Aan het fort zelf is nog een betonnen veldkeuken gebouwd en ook bevind zich rond het fort een Latrine bunker met een aanbouw waarvan de functie niet helemaal bekend is. Ook hebben er rond het fort diverse houten barakken gestaan maar deze zijn allemaal verdwenen. In de stelling bevond zich ook nog een KSS bunker maar ook deze is gesloopt.

De Radar en FL242 bunkers
Op de eerste aarden wal werden door de Duitsers twee beddingen gebouwd welke waren voorzien van 2 cm Flak. Dit geschut stond opgespeld in beddingen van het type FL242. Ook dit type was voorzien van een onderliggend manschappenverblijf en had een lengte van ongeveer 11 bij 11 meter. Het doel van de beddingen was om laag overvliegende vliegtuigen te bestoken en zo te verhinderen dat ze een aanval zouden uitvoeren op Dirksz Admiraal. Om de vliegtuigen vroegtijdig te ontdekken werd er een stukje veder op nog een unieke radarbunker gebouwd. Deze bunker bestond uit 2 verdiepingen en had op het dak een kleine Würzburg D radar staan. Tegenwoordig zijn alle 3 de bunkers nog aanwezig maar liggen diep onder de grond verstopt doordat de aarden wallen in de jaren 80 flink zijn opgehoogd met puin, zand en rotzooi. Ook is er in dit gedeelte een Nederlandse S3 kazemat gebouwd. Vermoed word dat deze gedeeltelijk is gesloopt maar nog wel aanwezig is. Tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn er op dit gedeelte diverse groepsschuilplaatsen gebouwd. Deze bouwwerken van gewapend beton zijn nog steeds onder de grond aanwezig en bestaan uit 2 ingangen welke uitkomen op een wachtruimte.

Dirksz Admiraal vandaag de dag
Vandaag de dag is Dirksz admiraal een unieke locatie in Nederland, en misschien wel van de hele wereld. Dit omdat het perfect het verloop laat zien van hoe de fortificatie zich de afgelopen eeuwen heeft ontwikkeld. Van al deze tijdbestekken zijn dan ook nog restanten of hele bouwwerken terug te vinden. Het fort uit de tijd van Napoleon, de modernisering van 1880, de schuilplaatsen uit omstreeks 1914, de S3 kazemat uit eind jaren 30, De Duitse bunkers, de telefooncentrale uit de jaren 50/60. Het is uniek. Veel van de bunkers zijn in beheer van mensen die er wat moois van willen maken. In de M151 is het Helders Oorlogsmuseum gevestigd, De FL244 word in te toekomst ook omgebouwd tot museum, en de jeugd heeft er een honk gekregen als hangplek, en de plaatselijke bandjes kunnen oefenen in de munitiebunkers. Hoewel er nog hoop moet gebeuren hebben wij vertrouwen in de toekomst en zien de vorderingen graag te gemoed.

Bron: nimh-beeldbank.defensie.nl