W.N.326 H was binnen de Stützpunktgruppe Schouwen en bijzonder complex. De stelling is al voor de bouw van de Atlantikwall gebouwd en diende als Kompanie Gefechtsstand voor de 7e Kompanie. Voor deze eenheid was hier een commandobunker gebouwd welke toen nog viel onder W.N.325 H. Tijdens de aanleg van de Atlantikwall kwam de stelling in handen van de 4e kompanie en veranderde de naam van het hoofdkwartier in W.N.326 H. De stelling bestond uit een gangenstelsel met daarop enkele aansluitende manschappenverblijven van het zogenoemde "Hartscher" type. De verdediging van de stelling werd geregeld vanuit 2 tobruks waarvan er 1 was voorzien van een tankkoepel (f) Ook waren er in de tunnels enkele bergplaatsen gebouwd voor het opslaan van voedsel en bevond zich aan het einde van de tunnel een latrine. Enkele bijzondere sporen welke vandaag de dag nog zijn terug te vinden in de gangen zijn de namen van Duitse veldheren uit de voorbije eeuwen: Haeseler, Moltke, Roon, Blücher, Gneisenau, Hindenburg, Jahn, Lubendorff, lützow, Mackensen, Tilly, Wallenstein, en Yorck. Al deze namen zijn de namen van belangenrijken Duitse veldmaarschalken en generaals.
Tunnelcomplex
W.N.326 H - Kompanie Gefechtsstand
Burgh Haamstede - Stp.Gr. Schouwen