De Razzia in Putten

In de nacht van 30 september op 1 oktober 1944 poogt het verzet uit het Veluwse plaatje Putten een aanslag te plegen op een auto van de Duitse Wehrmacht. De auto komt vanuit Nijkerk in de richting van Putten over de Nijkerkerstraat als ze ter hoogte van de Oldenallersebrug hevig verblind worden door het busje waar vanuit de aanslag werd gepleegd. De aanslag mislukte en de wraakactie van de Duitse bezetters had desastreuze gevolgen voor de Puttense bevolking. In de twee dagen die daar op volgde is vrijwel de hele mannelijke bevolking via Amersfoort afgevoerd naar Duitse vernietigingskampen. Van de meer dan 600 onschuldige burgers die werden afgevoerd keerden er maar 48 na de oorlog weer naar huis. In het onderstaande schrijven kunt u lezen en zien hoe deze tragedie zich heeft voltrokken. Grote dank gaat uit naar Stichting oktober 44 voor het levend en toegankelijk houden van één van grootste offers die Nederland in de Tweede Wereldoorlog heeft moeten doorstaan.

De Aanslag
Het is de nacht van 30 september 1944 als leden van de Puttense verzetsgroep onder leiding van commandant Albert Witvoet verdekt staan opgesteld bij de Oldenallersebrug tussen Nijkerk en Putten. Met een kleine vrachtauto waarop een volautomatische lichte mitrailleur type Brengun is geplaatst word het vuur geopend op een passerende Duitse auto. In de Duitse auto zitten Oberleutnant Eggert, de Leutnant Sommer en twee Gefreiters die behoorde tot het Hermann Göring-Regiment. Leden van het verzet liggen iets verder op de uitkijk en geven door middel van een lichtsein een teken richting de vrachtauto die daarop met de lampen de naderende Duitse auto verblind en vervolgens het vuur opent.


Drie inzittende weten de Duitse auto te ontvluchten waaronder de zwaargewonde Leutnant Sommer. Hij vlucht naar een verderop gelegen boerderij waar hem eerste hulp word verleend door de bewoners, hij sterft de volgende dag alsnog in het ziekenhuis. Oberleutnant Eggert is ook gewond en word door het verzet als krijgsgevangene afgevoerd naar Enny's Hoeve bij Voorthuizen wat dienst deed als onderkomen van het verzet. Ook Frans Slotboom van het verzet raakt tijdens de aanval zwaargewond en overlijd de volgende dag. Zijn lichaam word tijdelijk in de omgeving begraven. Als leden van het verzet de volgende dag vernemen wat er Putten gaande is laten ze Oberleutnant Eggert vrij. Hij word afgezet bij een boerderij te Stroe waarna Duitse soldaten zich over hem ontfermen. Op de onderstaande foto's ziet de beruchte brug. Slechts een klein monumentje herinnerd aan de aanval die hier in de nacht van 30 september heeft plaats gevonden.


1 oktober 1944 - De Razzia
In de vroege morgen van 1 oktober 1944 dringt het nieuws van de aanval door bij de commandant van het Hermann Göring-Regiment. Hij besluit hierop direct een vergeldingsactie op touw te zetten en geeft de opdracht het dorp Putten te omsingelen en alle mannen die zich in de nabijheid van de brug bevinden te arresteren. Zowel Putten als Nijkerk worden doorzocht. In Putten worden de vrouwen, kinderen, en mannen gescheiden van elkaar bijeen gebracht. De vrouwen en kinderen worden samengebracht in de Oude Kerk van Putten en de mannen moeten zich verzamelen bij de openbare school. Een dertigtal van deze mannen krijgt de stempel als "Todeskandidaten" (ter dood veroordeelde) Die zelfde avond worden de vrouwen en kinderen weer vrijgelaten met het verzoek de volgende dag terug te keren met eten voor de mannen. De Todeskandidaten worden vervoerd naar de Eierhal en een gedeelte van de overige mannen word ondergebracht in de Oude Kerk. 

Inmiddels heeft de Duitse commandant contact gezocht de Wehrmachts-befehlshaber in den Niederlanden te Hilversum welke onder leiding stond van General der Flieger Christiansen. Christiansen is woedend over de aanval en vervolgens word er opdracht gegeven om de schuldigen dood te schieten, de manlijke bevolking van Putten die een leeftijd hebben tussen de 18 en 50 jaar af te voeren, de overige bevolking te evacueren, en het dorp Putten in brand te steken. Ter gelijken tijd worden er grote groepen Duitse soldaten vanuit Amersfoort en Utrecht richting Putten gestuurd om de bevelen tot uitvoering te brengen.

Putten staat in brand
2 oktober 1944 - Weggevoerd
In de ochtend van 2 oktober krijgen de mannen in de Oude Kerk het bevel om richting het marktplein te vertrekken. Vol van angst zingen de streng gelovige mannen uit Putten al lopend naar het marktplein de volgende zinnen "Welzalig hij, die al zijn kracht. En hulp alleen van U verwacht. Die kiest de welgebaande wegen. Steekt hem de hete middagzon. In 't moerbeidal. Gij zijt hun bron. En stort op hen een milden regen. Een regen, die hen overdekt. Verkwikt en hun tot zegen strekt" (Psalm 84:3 en 4) Aangekomen bij het marktplein voegen zich ook de Todeskandidaten bij de groep mannen en spreekt de Duitse commandant tot de mannen dat als iemand iets van de aanval af weet moet spreken, het blijft zo goed als stil. Vanaf daar worden de mannen overgedragen aan het SS-Wachbataljon Nord-West welke hoofdzakelijk uit Nederlanders bestaat. De mannen worden lopend naar het treinstation gebracht waar er goederentrein op hun staat te wachten, de trein met eindbestemming "Kamp Amersfoort" 

Vrijwel tegelijkertijd spreekt de Duitse commandant de achtergebleven mensen toe dat ze twee uur de tijd hebben om Putten te evacueren, Putten zal worden platgebrand. Veel van de vrouwen zijn inmiddels richting het station gegaan om afscheid te kunnen nemen van hun geliefde. Tijd om spullen uit huis te halen hebben ze nauwelijks en ook op het station komt van afscheid nemen maar weinig terecht omdat de deuren van de wagons zijn gesloten. De trein vertrekt in de richting van Amersfoort en als de schemer haar intrede doet steken de Duitsers de eerste huizen in brand. "Het rood en zwart van vlam en rook symboliseren in deze heldere oktobernacht de kleuren van het Nationaal Socialisme. De kleuren van moord en brand" Die nacht ziet de Puttense bevolking vanuit nabij gelegen dorpjes rond de 110 panden in rook opgaan.

Op de onderstaande twee foto's ziet u het beeld van "De vrouw van Putten" Dit monument is op 1 oktober 1949 onthuld door koningin Juliana. Het monument bevind zich in het herdenkingshof te Putten en verbeeld een vrouw in klederdracht met een zakdoek in haar hand. Ze kijkt in de richting van de Oude Kerk van waaruit de mannen werden afgevoerd.


Na 2 oktober - Onzekere dagen
De 10 dagen na 2 oktober brengen de 660 mannen uit Putten door in Kamp Amersfoort en worden er met enige regelmaat enkele voornamelijk mannen met een slechte gezondheid vrijgelaten. Maar op 12 oktober bereikt in Putten het nieuws dat de overgebleven 601 mannen worden afgevoerd naar Hamburg, en wel naar het concentratiekamp Neuengamme. Alle hoop dat de mannen uit Putten vrijgelaten zouden worden leek in rook te zijn opgegaan. De treinreis heeft 2 dagen geduurd en onderweg weten 13 mannen bij het plaatsje Stroe te ontvluchten door uit de trein te springen. Op 14 oktober kwam de trein aan in Neuengamme en begon voor de onschuldige mannen uit Putten één van de grootste verschrikkingen die een mens kan doorstaan. De mannen werden van al hun spullen ontdaan, kaalgeschoren, ontsmet, en met kampkleding als politiek gevangene opgesloten in veel te kleine barakken. Vanaf Neuengamme zijn de mannen uit Putten op transport gesteld naar omliggende werkkampen waar ze uiteindelijk te werk zijn gesteld. 1 van deze mannen was de toen 18 jarige Jannes Priem, hij verteld in diverse interviews het verschrikkelijke verhaal wat hem in de Duitse kampen is overkomen.

De Oude Kerk van Putten. Foto genomen vanaf het marktplein.
Monument in de gevel van de kerk, de tekst luid: Vanhier werden zij weggevoerd.

Na 5 mei 1945
Nadat Nederland is bevrijd van de Duitse bezetting komt bij vele de hoop boven dat hun geliefde spoedig zullen terug keren, al weten de achterblijvers in Putten dat de kans daarop niet groot is. In samenwerking met het Rode Kruis worden diverse pogingen gedaan om te achterhalen hoe het de Puttense mannen in Duitsland is vergaan. Er zijn zelf leden naar Duitsland afgereisd maar dit alles heeft nauwelijks tot antwoorden geleid. Een onzekere tijd volgt en er keren uit Duitsland telkens meer berichten dat mannen uit Putten de kampen niet hebben overleefd. Uiteindelijk keren er van de 588 afgevoerde Puttense mannen slecht 48 terug naar huis. Putten is in rouw en zal nog grote offers moeten brengen om enigszins weer een normaal bestaan te kunnen opbouwen. Eén van de maatregelen die is getroffen is de oprichting van de Eén oktober commissie. Deze commissie is al in de oorlog (na de razzia) opgericht en hielt zich bezig met huisraad en kleding in te zamelen voor de mensen die tijdens de branden in Putten alles waren kwijt geraakt. Tot 1957 heeft de commissie ook geld in gezameld voor de nabestaande en slachtoffers van de razzia. In november 1945 is er ook een stichting opgericht onder de naam "Stichting Puttens Jeugd" Deze stichting heeft tussen 1945 en 1964 bijna een half miljoen gulden ingezameld om te Puttense jeugd te ondersteunen met scholing, zorg, en financiële ondersteuning. Op 1 januari 1965 is de stichting weer opgeheven.

Voor de 48 mannen die terug keerde uit de Duitse kampen was weinig ruimte, Putten was in rouw en vele van de terugkomers waren te zwaar getraumatiseerd om te vertellen welke verschrikkingen zij in de kampen hebben moeten doorstaan. Anno 2018 is geen van de overlevende meer in leven, de laatste overlever was dit eerder genoemde Jannes Priem. Hij stierf in 2013 en heeft tot aan zijn dood zijn verhaal verteld tijdens lezingen en op scholen. Sinds 1992 is er in Putten een Gedachtenisruimte waar een permanente expositie is over de gebeurtenissen op 1 en 2 oktober 1944. In het gebouwtje is veel informatie te vinden over de razzia. De expositie is elke dag te bezoeken tussen 10:00 en 18:00 uur. Veel van de bovenstaande informatie hebben wij dan ook tot ons genomen tijdens een bezoek aan de Gedachtenisruimte. Ook ge geel gekleurde afbeeldingen zijn daar van afkomstig.

De Gedachtenisruimte in Putten

Deze 2 stenen komen van de plek waar de aanslag zich heeft voltrokken.

Binnenin de gedachtenisruimte hangen 6 stenen panelen met met daarop de oorlogsslachtoffers die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Putten zijn gevallen.

Een vriendschapsboom tussen Putten en Ladelund. In de Duitse plaats Ladelund was tijdens de oorlog een werkkamp. Op het bordje staat de tekst: Dankbaar voor vergeving en verzoening.


Op de Algemene begraafplaats in Putten liggen enkele slachtoffers die tijdens de razzia zijn doodgeschoten.
Uit respect voor de nabestaande zijn de namen onzichtbaar gemaakt.

Een oude foto van de brug tussen Putten en Nijkerk.